Heb jij een doel waar je een jaar alles voor opzij wilt zetten? Topsporters in ieder geval wél. En als sponsor laten wij ons graag door de Nederlandse waterpoloërs inspireren. In aanloop naar Tokio 2020 stellen wij daarom de vraag: wat kun je als consultant leren van ‘onze’ waterpoloërs? In deze derde aflevering interviewen we Lars Gottemaker over misschien wel het knapste onderdeel van topsport: discipline.

Wanneer vind jij iemand goed gedisciplineerd?

Discipline is het nakomen van je afspraken en het uitvoeren van de taken die daarbij horen. Voor mijzelf betekent dat extra werken aan mijn schouder, omdat ik daar vijf jaar geleden een spier scheurde. Ik had de keuze: of opereren en een jaar revalideren, of de rest van mijn carrière heel gericht mijn schouder trainen. Ik koos dat laatste. En dat doe je dan gewoon, altijd en overal.

En los van je schouder, hoe zit het met je eigen discipline?

Het is voor elke topsporter een droom om op de Olympische Spelen te staan. Ik ben dus heel erg gemotiveerd om de Spelen te halen. Ik ben momenteel 100% fit en zal er dit seizoen ook zeker alles aan doen om fit te blijven. Als we ons willen kwalificeren, moet de voorbereiding ook optimaal zijn.

Voor topsport moet je veel laten, maar er is altijd ruimte voor ontspanning. In andere jaren is mijn discipline ook weleens minder geweest. Een biertje tijdens een feestje of lekker eten. Als de druk eraf is, vind ik het moeilijk om in de zomer door te blijven gaan. Aan het begin van het seizoen ben ik dan niet scherp. Daarmee benadeelde ik het team, maar ik zat er zelf nog het meeste mee.

Komt het weleens voor dat je vindt dat je zelf beter gedisciplineerd bent dan de rest?

Bij Oranje niet, maar op clubniveau wel. Ik heb daar ook teamgenoten die graag een biertje doen of naar feestjes te gaan. Ik heb er weleens moeite mee dat mensen op vrijdagavond de kroeg in gaan als wij op zaterdag een competitiewedstrijd hebben.

Als ze hun niveau halen en ze spelen goed, vind ik het moeilijk om er wat van te zeggen. Dat doe ik dan ook niet. Maar presteren ze ondermaats? Dan laat ik weten dat ik het niet met hun aanpak eens ben. Ik vind dat je daar iemand gewoon face-to-face op kunt aanspreken. Als het goed gaat zeg je het tegen elkaar, als het niet goed gaat ook.

Hoe reageren je teamgenoten dan?

Kijk, ik snap dat zij het doen. De meeste jongens hebben een gewone baan en doen waterpolo erbij. Aan het einde van een werkweek kan een biertje lekker zijn. Maar in een team heb je ook verantwoordelijkheid naar je teamgenoten toe. Ze hebben misschien niet zo’n groot sportdoel voor ogen, maar dan kun je het alsnog niet laten afweten. Dat is voor je teamgenoten vervelend, zeker als zij er wél dingen voor opzij zetten.

Hoe schakel je zelf tussen werk en topsport?

Ik werk bewust parttime, zodat ik fulltime kan trainen. Voor mij werkt het goed dat ik na waterpolo nog iets anders heb waar ik me op kan focussen. Even mijn gedachtes verzetten.

Ik werk als fysiotherapeut bij twee verschillende praktijken. Beide zijn ingesteld op topsport en ik krijg de vrijheid om mij optimaal voor te kunnen bereiden op trainingen en wedstrijden. Het nadeel van fysiotherapie is dat ik natuurlijk niet overal mijn laptopje kan openklappen. Het scheelt dat ik werk bij Van Tongeren Fysiotherapeuten in Zeist, waar wij met Oranje trainen. En de andere praktijk is Fysiotherapie Koninginneweg in Nijverdal, waar ik speel met mijn club Het Ravijn.

Hoe kan iemand zich motiveren als het even niet lukt?

Door één gemiste penalty liepen wij de Spelen van 2016 mis. Toen was ik er even goed klaar mee en heb ik eraan gedacht om te stoppen. Ik ben gaan praten met teamgenoten en thuis met mijn vriendin. Uiteindelijk wilde ik niet met zo’n nare manier afscheid nemen. Het nieuwe doel werd het EK van 2018. Dat was een succes en het lukte om waterpolo met mijn werk te combineren. Daarom maakte ik de keuze om nog twee jaar alles opzij te zetten voor Tokio in 2020.

Kijk, iedereen heeft weleens aan baaldag. Ik ook. Wat ik dan doe is terugdenken aan waar we het nu allemaal voor doen. Hoe mooi het zal zijn als we de Olympische Spelen halen. Ik wil niet achteraf denken ‘had ik dit of dat maar gedaan’. Daardoor gaat mijn motivatie weer omhoog. En kan het doel je niet meer motiveren? Dan vind ik dat je moet stoppen. Uiteindelijk gaat het om plezier.

Wil je Lars Gottemaker en de rest van de waterpoloërs volgen? Houd dan waterpolo.nl in de gaten. Je kunt uiteraard ook terecht op Facebook, Twitter en Instagram.

Deze reeks verschijnt in aanloop naar de Olympische Spelen van 2020 in Tokio. Vorig maand spraken we met Thomas Lucas over goed samenwerken. Volgende maand spreken we keeper Milan de Koff over omgaan met tegenslagen. Foto’s: Waterpolo.nl/Beeldboot/Gertjan Kooij